454 mensen dak- of thuisloos in Westelijke Mijnstreek

In de Westelijke Mijnstreek zijn 454 mensen dak- of thuisloos, onder wie 88 kinderen. Dat blijkt uit de resultaten van de ETHOS-telling die op 9 april is uitgevoerd. “Dit aantal overtreft eerdere schattingen”, reageert wethouder Ivo Tillie (Gezondheid). “Maar ik ben blij dat deze telling is uitgevoerd. Nu hebben we een beter beeld van wie deze mensen zijn en hoe we ze gericht kunnen helpen.”

De resultaten van de ETHOS-telling, waaraan 55 lokale, maatschappelijke organisaties meededen, geven een uitgebreid beeld van dak- en thuisloosheid in de regio. De groep is divers. Het beeld van de mannelijke zwerver die op een bankje slaapt, is achterhaald. Naast de 226 mannen zijn er ook 125 vrouwen en 88 kinderen zonder vaste woonplek. Van 15 mensen is het geslacht onbekend. Er sliepen geen kinderen op straat. Wat opvalt, is dat de meeste dak- of thuislozen jonger zijn dan veertig jaar. Een aanzienlijk deel kampt met psychische of gezondheidsproblemen. Minder dan een kwart heeft een verslavingsgeschiedenis. 

Verblijfsomstandigheden

De telling werd uitgevoerd op 9 april. De meeste dak- of thuislozen verblijven in Sittard-Geleen, maar ook in Stein en Beek werden personen geteld. Veel mensen zoeken onderdak bij familie of vrienden, sommigen slapen in tenten, caravans of andere ongebruikelijke plekken. Twaalf volwassen mensen sliepen die nacht op straat. 

Dakloze-man-in-autobusje

Gerichte aanpak

Deze nieuwe inzichten bieden kansen voor een betere aanpak. Wethouder Tillie benadrukt het belang van gerichte hulp: “Dakloosheid kan iedereen overkomen. Elke dak- of thuisloze heeft zijn eigen verhaal. Dit onderzoek helpt ons om inzicht te krijgen in de omvang van woonbehoefte van deze groep.” De resultaten zijn input voor een lokaal plan dat aansluit op het Nationaal Actieplan Dakloosheid, dat als doel heeft om dakloosheid tegen 2030 volledig uit te bannen.

Hoe werkt de ETHOS-telling?

De ETHOS-telling is een eendaagse telling. Alle organisaties die in aanraking komen met dak- of thuisloze mensen vullen op de dag van de telling vragenlijsten in over mensen die vallen in een van de ETHOS categorieën. 

Naast gemeentelijke diensten, maatschappelijke opvangorganisaties, woningcorporaties en politie doen bijvoorbeeld thuiszorg, inloophuizen, ervaringsdeskundigen en ziekenhuizen mee zodat ook minder zichtbare groepen geteld worden (bijvoorbeeld mensen die nog een onderkomen hebben, maar dat op korte termijn dreigen te verliezen). In de Westelijke Mijnstreek, dit jaar de kleinste regio van alle deelnemers, deden 55 organisaties mee aan de telling. In totaal deden dit jaar in zes regio’s meer dan 300 organisaties mee. Vorig jaar is voor het eerst op deze manier dak- en thuisloosheid in kaart gebracht, toen in Noord-Oost Brabant. Ook uit die telling bleek dat er veel meer vrouwen en kinderen dak- of thuisloos waren dan aanvankelijk werd gedacht.