Participatie bij de omgevingsvergunning

Vraagt u een omgevingsvergunning aan? Dan heeft u ook te maken met buren en andere belanghebbenden. Er wordt verwacht dat u hen betrekt bij het uitwerken van de plannen.

Als u bijvoorbeeld nieuwe woningen wilt realiseren, een zonneveld wilt aanleggen, veranderingen wilt aanbrengen aan een bedrijfspand of een aanbouw aan uw huis wilt maken, dan heeft u niet alleen te maken met de gemeente, maar ook met buren, omgeving en andere belanghebbenden. Iemand die een omgevingsvergunning aanvraagt voor een plan of activiteit is initiatiefnemer. In onze gemeente verwachten we van initiatiefnemers dat zij mensen, die daarbij een belang hebben, betrekken bij het uitwerken van de plannen. Dit noemen we participatie.  

Participatiescan starten

Waarom de omgeving betrekken? 

Door het op tijd en zorgvuldig betrekken van de mensen in de omgeving zorgt u ervoor dat alle meningen, kennis en creativiteit op tafel komen. Door bedenkingen, maar ook juist goede ideeën met elkaar te bespreken, kan uw ruimtelijk plan beter worden. Een goed participatietraject draagt bij aan een zo soepel mogelijk proces van plan tot realisatie. 
In het document Participatie initiatiefnemers Omgevingswet leest u wat de gewenste participatie is bij uw plannen. 
 
Past uw initiatief niet binnen het omgevingsplan, dan is er sprake van een zogenaamde buitenplanse omgevingsplan activiteit (BOPA). In dat geval is in onze gemeente participatie verplicht gesteld. 

Hieronder leest u, hoe u zo’n participatietraject stap voor stap aanpakt.

Stap 1: Doe de participatiescan 

Deze stap beschrijft de 'participatiescan'. Met die scan kunt u inschatten hoeveel participatie nodig is. 

Het is belangrijk om na te gaan wat de impact van uw plan is op de omgeving. Afhankelijk van de impact kan de mate en wijze van participatie namelijk verschillen. Om een beeld te krijgen van die impact, gebruikt u de participatiescan. Na het invullen kunt u het resultaat downloaden en naar uw eigen e-mail laten sturen. Er wordt géén kopie van uw scan naar de gemeente gestuurd.

De uitkomst van de scan is gebaseerd op uw eigen inschatting. Motiveer daarom in deze scan al uw antwoorden zodat de gemeente uw inschatting kan toetsen. In de uitkomst van de participatiescan vindt u  een advies voor het gewenste participatielevel voor uw initiatief:

  • Level 0 – Informeren en raadplegen.
  • Level 1 – Beperkte participatie.
  • Level 2 – Participatie.
  • Level 3 – Veel participatie.

Lees meer over de verschillende niveaus van participatie (levels)

Tip: bewaar het resultaat van de participatiescan op uw computer. Later kunt u dit toevoegen aan uw participatieverslag.  

Vindt u het moeilijk om de impact van uw plan in te schatten? Neem dan contact op met ons klant contactcentrum via telefoonnummer 14 046. Of gebruik ons algemene contactformulier.

Stap 2: Maak een plan van aanpak 

Deze stap beschrijft 'het plan van aanpak', ook wel het PvA genoemd. 

Met de uitkomst van de participatiescan maakt u een plan van aanpak waarin u beschrijft hoe u de omgeving gaat betrekken. De handreiking ‘Participatie initiatiefnemers Omgevingswet’ (pagina 14) helpt u hierbij op weg. Praktische onderwerpen die u in uw plan kunt behandelen zijn:

  1. Doel van de participatie.
    Wat beogen we met de participatie? Wie moeten betrokken worden? Wat zijn de belangen en afhankelijkheden van betrokkenen?
     
  2. Ruimte voor invloed.
    Wat is de participatieruimte en motivatie? Motiveer de beperkingen van invloed. Wat zijn verantwoordelijkheden deelnemers in participatie?
     
  3. Kaders (afwijkend van generieke kaders vooraf).
    Wat zijn de wettelijke of beleidskaders? Hoe, wanneer, wat wordt geïnformeerd en gecommuniceerd? Spelregels in houding en gedrag participatie? Evaluatie participatie?
     
  4. Invulling samenwerken.
    Wat is de mogelijke organisatievorm? Wat zijn bijhorende (inclusieve) werkvormen en instrumenten? Hoeveel middelen zijn beschikbaar? 
     
  5. Invulling beslissen.
    Wat zijn afspraken over (invloed op) beslissen / besluitvorming.

Hoeveel werk en tijd dit kost hangt uiteraard samen met de grootte en impact van uw plannen. 

Tip: bewaar het plan van aanpak op uw computer. Later kunt u dit toevoegen aan uw participatieverslag.  

Stap 3: De uitvoering en het participatieverslag

Deze stap beschrijft de uitvoering en het participatieverslag.

U gaat aan de slag met alles wat u heeft bedacht in uw plan van aanpak. Met andere woorden: u start uw participatie.

Daarbij is het belangrijk dat u alles wat u doet beschrijft in een verslag. Het 'participatieverslag'  Hierin beschrijft u de volgende zaken

  1. Weke activiteiten heeft u georganiseerd? 
     
  2. Welke mensen hebben deelgenomen aan het participatieproces? 
    Wie heeft u betrokken bij uw plan, wie zijn daarmee vertegenwoordigd (inwoners, bedrijven, organisaties, overheden), en op welke wijze en momenten dat is gedaan. 
     
  3. Wat zijn de resultaten van het participatieproces? 
    Geef aan wat de inbreng is geweest van de verschillende belanghebbenden tijdens de participatie. En wat de reactie is geweest of naar voren gebrachte standpunten.
     
  4. Wat is er met de resultaten gedaan? 
    Maak duidelijk wat u met de reacties van belanghebbenden hebt gedaan. Op welke wijze deze wel of juist niet zijn verwerkt in het uiteindelijke plan (Heeft u uw plan of initiatief daarna heeft aangepast.?), en waarom? Zijn afspraken hierover gemaakt? Hierbij is de beargumentering van belang.
     
  5. Is er tevredenheid over de participatie? 
    Geef inzicht op hoe de uitvoering van de participatie is verlopen. Bent u tevreden met het gevolgde proces. Wat waren de reacties op de manier van participatie vanuit de deelnemers?

Ook hier helpt de handreiking ‘Participatie initiatiefnemers Omgevingswet’ (pagina 15)  u op weg. Het verslag voegt u bij uw vergunningaanvraag. 

Stap 4: Vraag de vergunning aan 

Het beste vraagt u voordat u de omgevingsvergunning aanvraagt een vooroverleg aan. Dat heet een conceptverzoek. Op onze website staat hoe u dat doet:. Omdat participatie in een zo vroeg mogelijk stadium moet plaatsvinden (al bij planvorming), adviseren wij u dit zo vroeg mogelijk te doen. 
 
Gaat u vervolgens de vergunning aanvragen, dan geeft u in de aanvraag aan of en hoe participatie heeft plaatsgevonden, en wat de resultaten daarvan zijn.

Bij de vergunningaanvraag voegt u dan de volgende documenten toe

  1. De participatiescan,
  2. Het plan van aanpak
  3. Het participatieverslag. 

Let op: Als uw plan niet voldoet aan het omgevingsplan en er sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, dan is deze verantwoording van uw participatie verplicht. Zonder deze gegevens kunnen wij de aanvraag dan niet in behandeling nemen.

Meer informatie 

Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met ons klant contactcentrum via telefoonnummer 14 046. Of gebruik ons algemene contactformulier.

Download beleidsdocumenten